Een half uur voor de start waren de deelnemers aanwezig. Wim Salomons
stond paraat om het startschot te lossen en de plaatselijke pers was er om
het hele gebeuren te verslaan. Klaas was present met de bakfiets met
daarin de cateringspullen. We zouden hem halverwege de dag terugzien bij
het Broekheurnerplein, waar de inwendige mens versterkt kon worden.
Piet van der Linden en Marc Beek, van het landelijk bureau uit Utrecht,
prepareerden de meetfietsen (een met camera en een met een portable
computer).
Zij zouden deze fietsen berijden, voorafgegaan door enkele fietsers van de
onze afdeling de routes goed kenden.
Aan mij de taak om met een (geleende) auto de trajecten te rijden. Wim
Koolhoven had als bijrijder de stopwatch ter hand genomen om te timen
hoelang de verschillende onderdelen van de rit duurden.
De routes, die kris-kras door de stad gingen, liepen van "deur tot deur",
dus
ook het parkeren van de auto en het lopen van de parkeerplaats naar het
afgesproken punt werd in de reistijd meegenomen.
Vertrekpunten en bestemmingen waren steeds plekken die veel bezoekers
trekken (b.v. een groot warenhuis/winkelcentrum, een onderwijsinstelling of
het station) en woningen die op een afstand van hemelsbreed 2,5 kilometer
van V&D lagen.
Ik stapte met een wat dubbel gevoel achter het stuur van de auto. Als
rechtgeaarde fietser wil je natuurlijk het liefst dat de fietser op alle
routes in
het voordeel is en dat de auto het in reistijd aflegt tegen de fiets.
Gezien het
tijdstip van de meting (een rustige middag) was het echter te verwachten
dat de auto op veel trajecten sneller zou zijn.
Deze verwachting kwam ook uit. Zo gauw de route zich iets buiten het
centrum van de stad begaf was de auto sneller. Het vinden van een
parkeerplaats was op dit tijdstip van de dag nergens een probleem en
leverde dus ook nauwelijks tijdverlies op. Alleen op de korte trajecten in
het
centrum was de fiets aanmerkelijk sneller.
Van het station naar de Hogeschool Enschede is per auto een zeer
omslachtige operatie; zelfs te voet zou je op dit traject ruimschoots
sneller
zijn.
Het is echter volstrekt duidelijk dat een zelfde meting tijdens de spits of
op
zaterdag een geheel ander resultaat zou opleveren.
Toch maar blijven fietsen dus!!
De uiteindelijke resultaten van de metingen laten nog even op zich
wachten, zodat over de kwaliteit van de fietsroutes in Enschede op dit
moment nog niet veel te zeggen is.
Als deze bekend zijn kunnen we ook zien of de kwaliteit van het Enschede
fietswegdek zich kan meten met dat van andere deelemende steden.
Zal Enschede zich binnenkort fietsstad 2000 mogen noemen?
We houden jullie op de hoogte.
Dick Vos