Dit artikel is overgenomen uit de Twentsche Courant Tubantia van 26.05.2001 |
Gerard Monnink baarde opzien door met denekamper Toon Damhuis naar Palestina en Egypte te trekken. Met fiets en tent naar de Oriënt, en niet eens met een landkaart in de bagage. Met het vertellen erover én het schrijven van nog enkele boeken heeft Monnink sindsdien zijn brood verdiend. In zijn laatste boek verhaalt hij over zijn belevenissen als ‘Wereldreiziger in de jaren dertig’.
Meer nog dan als schrijver was Monnink bekend als verteller. Hij had het niet van een vreemde, het vertellen. Zijn vader ging rond de vorige eeuwwisseling door het leven als de meesterverteller van `n Oldenzaalsen Bult. Graads Monnink vergastte zijn gehoor op spannende vertelsels over geesten, spoken, en mysterieuze gebeurtenissen. Mengelingen van verdichtsels en waarheid, die hij zo vaak vertlede dat hij op het laatst zelf niet meer wist waar de waarheid ophield en de fantasie begon. Zo vader, zo zoon.
De fantasie van zijn vader maakte Gerard in 1936 tot werkelijkheid door met Denekamper Toon Damhuis naar de Oriënt te fietsen. Het veranderde het leven van Gerard Monnink op slag en ingrijpend.
Meer dan drieduizend lezingen heeft hij gehouden. Het verhaal over fiets en tent in talloze varianten verteld, in zalen, cafés, buurt- en clubhuizen, voor vrouwen- en vele andere gildes. De luisteraars hingen ademloos aan zijn lippen. En stelden als goed achterdochtige ‘joa-joa’- Twentenaren zichzelf steeds weer die ene vraag. “`t is een mooi verhaal. mer zol `t ok allemoal wal woar wean?”
In zijn laatste boek beschrijft hij de fietstocht die hij in 1938 alleen naar Egypte maakte, op zoek naar zijn sprookjesprinses. ‘Dat is romantiek hè’, zei hij erover, ‘dat vinden de mensen mooi. Maar het is meer dan romantiek alleen.’
Gerard Monnink wordt maandag begraven in zijn geboorteplaats Oldenzaal.