1) Onderscheid tussen verblijfsgebieden
(30 km) en wegen met een hoofdverkeersfunctie (50 km). Op de hoofdwegen verkeersmanagement, zodat de
bestaande capaciteit beter wordt benut
en de doorstroming verbeterd.
2) Netwerk fiets- [en loop-] routes moet
verder woren verbeterd, evenals het onderhoud van deze routes. Waar nieuwe
wegen worden aangelegd dienen kruisingen met fietspaden gelijkvloers te zijn.
3) Bij groenfases moet, met
name bij voetgangerslichten, meer rekening worden gehouden met mensen die slecht of
langzaam ter been zijn. "4 richtingen
groen" voor fietsers en voetgangers dient
te worden uitgebreid.
4) Doorsteekbaarheid van de binnenstad
per auto moet worden beperkt, Van
Heekplein dient te worden ingericht als
verblijfsgebied. Voor bezoekers van
elders moet de gelegenheid worden
geboden de auto op een transferium
achter te laten en per HOV verder te
reizen. Een transferium aan de Zuidelijke
Invalsweg wordt als eerste op
haalbaarheid onderzocht.
5) In de Binnenstad moeten meer, en
beter gespreide mogelijkheden komen
voor het bewaakt stallen van fietsen, met
name in de avonduren.
6) Autoparkeren: afstemmen op de
gemiddelde behoefte. Bij voorkeur ondergronds parkeren.
7) Aanleg van de Noord-Westtangent
(Oldenzaalsestraat – UT) is onontkoombaar.
En verder:
- De gemeente dient een premiebeleid
van instellingen en bedrijven voor werk-
nemers die op de fiets komen te
stimuleren en te ondersteunen.
- Carpoolen dient actief ondersteund te
worden.
– Uitbreiding van het aantal rotondes
verbetert de doorstroming.
Openbaar vervoer:
Het draagvlak voor
OV dient te worden versterkt door
investeringen in de infrastructuur, materi-
eel en vervoersnet. De PvdA wil de
spoorlijn Enschede-Gronau zo spoedig
mogelijk heropend zien.
CDA
Algemeen:
Groeiende mobiliteit is een
probleem dat in samenwerking met
buurgemeenten, provincie en rijk en in
samenhang met andere beleidsterreinen
aangepakt moet worden.
De binnenstad heeft een regiofunctie,
bereikbaarheid is van groot belang.
1) Onderscheid tussen verblijfsgebieden
en ontsluitingswegen. Op de ontsluitingswegen
is er prioriteit voor het autoverkeer, met gescheiden alternatieven
voor het langzame en kwetsbare verkeer.
2) De gemeente werkt aan een sluitend
en veilig systeem van fiets- en voetpaden.
6) Het parkeerbeleid moet er aan
bijdragen dat onnodig autogebruik wordt
teruggedrongen en wenselijk autogebruik
naar bijvoorbeeld het openbaar vervoer
of naar voor auto’s geschikte winkelconcentraties wordt bevorderd.
7) In afweging met veelsoortige
milieuaspecten moet verder gewerkt
worden aan het realiseren van betere
mogelijkheden om met de auto rond
enschede te kunnen rijden.
En verder:
- Infrastructurere maatregelen om de
veiligheid te vergroten op plaatsen waar
veel ongevallen plaatsvinden, met
voorrang voor schoolroutes.
Openbaar vervoer: Er dient een
'collectief vraagafhankelijk vervoerssysteem' op gezet te worden, dat moet
leiden tot de integratie van de nu nog op
bepaalde groepen (bijvoorbeeld gehandicapten)
of op het individu gerichte verkeersstromen.
VVD
Algemeen: De gemeende dient niet
alleen te letten op het in goede banen
leiden van verkeersstromen en verkeersveiligheid, maar ook op de economische
gevolgen van verkeersmaatregelen. Het
centrum, wijkwinkelcentra en bedrijventerreinen moeten goed bereikbaar zijn,
niet alleen per bus maar ook met de fiets
en de auto.
2) De gemeente moet werken aan een
netwerk van fietssnelwegen, comfortabele wegen waarlangs fietsers
ongehinderd door ander verkeer vanuit de
woonwijken snel naar het centrum
kunnen rijden. Deze wegen zijn exclusief
voor fietsers, wat zorgt voor veiligheid en
snelheid. De fietssnelwegen moeten op
eigen plekken de singels kruisen, zodat
de gevaarlijke kruisingen kunnen worden
vermeden. Zij moeten vooral overdag in
de spitsuren een veilig alternatief voor
fietsers vormen.
4) Afsluiting van wegen dient alleen bij
hoge uitzondering plaats te vinden,
omdat daardoor de de capaciteit
afneemt. Eerder moet gekozen worden
voor 'zachtere' maatregelen, zoals verkeersdrempels, eenrichtingsverkeer, of
het weren van wijkvreemd vrachtverkeer.
8) De aanleg van nieuwe wegen in het
buitengebied dient zo veel mogelijk
vermeden te worden. Verkeersproblemen in de stad moeten in de eerste
plaats binnen de stad opgelost worden.
En verder:
- kruisingen met ongelijksoortig verkeer
moet waar mogelijk vermeden worden,
omdat dit kan leiden tot gevaarlijke
situaties en veel doorstroomcapaciteit
kost (lange wachttijden).
- In plaats van de ingrijpende en dure
aanleg van nieuwe wegen, moet er
worden gezorgd dat het verkeer op de
bestaande wegen beter doorstroomt. Dit
kan bevorderd worden door o.a. verkeerslichten te vervangen door rotondes
en voldoende ruimte op invoegstroken.
Openbaar vervoer: Om het aantal reizigers op peil te houden moet rekening
gehouden worden met de wensen van
het publiek. HOV heeft alleen zin als het
voldoet aan de mobiliteitsbehoeften van
de bewoners. Zeker is dat de fiets en de
auto de belangrijste vervoersmiddelen in
Enschede blijven. Het is echter van groot
belang dat er in Twente een station aan
de hogesnelheidslijn (HSL) komt.
D'66
Algemeen: Onnodig autogebruik terugdringen
door alternatieven aantrekkelijker
te maken. D'66 hecht veel belang aan
HOV.
2) Het fietsend verkeer krijg een
fijnmazige en vooral veilige structuur
langs de kortst mogelijke weg, met zo
veel mogelijk prioriteit op het overige
verkeer met fietspaden die in de beste
staan van onderhoud worden gebracht
en gehouden. Naast HOV dient HFR
(hoogwaardige fietsroutes) ontwikkeld te
worden.
4) De overheersende aanwezigheid van
de auto in het openbaar gebied moet
worden teruggedrongen.
5) Fietsenstallingen bij alle openbare
gebouwen en appartementen in de
binnenstad dienen van hoogwaardige
kwaliteit te zijn. Op het stationsplein dient
de fietsenstalling aan het oog onttrokken
te zijn wanneer tenminste ondergronds
parkeren niet mogelijk is. Het lijkt nuttig
fietsenstalling te uniformeren naar
vormgeving en kleurgebruik. Ook op de
Oude Markt en bij het Van Heekplein
dienen, zo mogelijk ondergronds,
fietsenstallingen te komen. Tegelijkertijd
dient een handhavingsbeleid te worden
ontwikkeld om het verplicht gebruik van
fietsenstallingen te effectueren.
En verder: - het gedrag van fietsende weggebruikers vraag om opvoedende maatregelen. In woonwijken worden 30-km-zones ingesteld. - De inleglocatie Horstlanden-Veldkamp dient autovrij te worden aangelegd (en niet autoluw), om daarmee voor Enschede een unieke woonwijk te doen onstaan met een even uniek woonklimaat.
Openbaar vervoer: Ten aanzien van
HOV wil D'66 (doen) onderzoeken of
aansluiting kan worden gezocht bij een
experiment van het Samenwerkings-
verband Eindhoven, waar overheid en
een zestal bedrijven samenwerken bij de
ontwikkeling van een tram op banden.
Deze is comfortabeler en milieuvriende-
lijker dan de bus en goedkoper dan de
tram.
GroenLinks
Algemeen: Betere bereikbaarheid door
minder auto's.
1) GroenLinks wil toewerken naar een
autoluw Enschede, met binnen de singels
uitsluitend toegang voor bussen, gehandicapten,
bevoorrading, taxi's en hulp-
diensten, daarbuiten één grote 30-km-zone.
2) Dicht op de binnenstad komen doorgaande fietsverbindingen .
3) Vier-richtingen-groen bij stoplichten,
met fietsers twee maal groen per cyclus.
4) Kleine, electrische bestelwagens
zorgen voor de bevoorrading van de binnenstad. De gemeente zorgt voor een
stadsdistributiecentrum aan de rand van
de bebouwde kom, waar overslag vanuit
vrachtauto's plaats kan vinden. Bezorgdiensten maken het
'boodschappen-
autootje' en gesleep met zware boodschappen overbodig.
6) Transferia langs alle invalswegen.
Geen ondergrondse parkeergarage onder het Van Heekplein.
7) De Noord-Westtangent wordt niet
aangelegd.
8) Zandwegen in het buitengebied
worden niet verhard en waar mogelijk
wordt verharding verwijderd of worden
wegen voor het autoverkeer afgesloten.
En verder:
- De Universiteit Twente en NS dienen
"witte fietsen" voor vervoer tussen station
Drienerlo en de campus ter beschikking
te stellen.
Openbaar vervoer: Er komt een
busbaan rond de binnenstad met
centrumhaltes bij het station, Van
Heekplein, de Klomp, Van Lochemstraat
en Noordmolen. Hierdoor wordt de
gehele binnenstad vanuit alle wijken
bereikbaar. Bussen krijgen rondgaande
routen, i.p.v. heen en terug langs
dezelfde route. Betere aansluiting van
NS-station Dienerlo, en heropening van
de treinverbinding Enschede-Münster
GPV
Algemeen:
Er moet een einde komen aan de ongebreidelde groei van het autoverkeer.
Uitgangspunten: bereikbaarheid, bescherming van het milieu,
verkeersveiligheid. Autoverkeer beperken, fiets en OV bevorderen.
1) De ruimtelijke ontwikkelingen worden gekoppeld aan de infrastructuur
voor OV en fietsverkeer.
2) Aanleg en uitbreiding van veilige fietsroutes moet worden
bevorderd. Meer aandacht en geld voor onderhoud, met name in de stad.
Verkeersdrempels moeten ook in woonstraten in de smalle uitvoering worden
aangebracht.
4) Een permanente doorgande Noord/Zuid-fietsroute door het centrum
is dringend noodzakelijk.
In het stadscentrum dient duidelijk aangegeven te worden gedurende welke
tijden fietsverkeer is toegestaan in het voetgangersgebied.
Autoverkeer in de binnenstad beperken. Ondernemers moeten wel bevoorraad
kunnen worden; een systeem van stadsdistributie met kleine vrachtwagens kan
daarin voorzien.
5) Er moeten meer bewaakte stallingen komen.
6) Invoering van parkeerzones met een vergunningenstelsel in
woonwijken en kantoren. Strenge controle. In overleg met de bewoners uitwerken
van een goed systeem voor belanghebbendenparkeren.
7) Aanleg van nieuwe wegen alleen op beperkte schaal om knelpunten
t.a.v. veiligheid of hinder voor omwonenden op te lossen.
8) Doorsnijding van open ruimten, waardevol natuurgebied,
landschapselementen en waterwingebieden moet worden vorkomen.
Openbaar vervoer: Zo veel mogelijk bevorderen, in samenhang met andere gemeenten. Wachtruimtes met fietsenstalling; parkeerterreinen met pendeldienst; heropening spoorlijn naar Gronau/Münster.